Stap in, laat je in die lekkere lage kuipstoel zakken en geniet van het uitzicht.
Trek de choke uit, draai de kontaktsleutel om en de rotatiemotor komt tot leven. De motor blaast met een korte witte pluim de restjes koelvloeistof en olie uit de verbrandingskamers door de uitlaat. Even komt de ventilator loeiend op toeren om daarna rustig rond te blijven draaien tot de motor warm is. Schuif de choke wat terug om het toerental rond 2000 te houden, trap de koppeling in, schakel met een korte klik de eerste versnelling in en laat de koppeling vieren. De Rx-7 wil er snel vandoor, maar je weet je te beheersen want de motor is nog veel te koud voor hoge toeren. De tweede versnelling stribbelt wat tegen, want ook de olie in de bak is nog koud.
Door de stad richting snelweg.
De motor warmt al wat op, de choke heeft z'n werk gedaan en springt met een 'klak' terug.
Nu moet de olie nog even opwarmen, dus houd je het toerental nog een paar kilometer onder de 3500.
Tenslotte is 3500 toeren in 4 al goed voor 110km/u.
Even wat cijfertjes voor een Rx-7 FB (P815/P130):
versn. | v @ 4000tpm (km/u) | v bereik 3000-8000tpm (km/u) | vsn. ratio |
---|---|---|---|
1 | 31 | 23- 62 | 0.2725 |
2 | 52 | 39-103 | 0.4505 |
3 | 80 | 60-160 | 0.6993 |
4 | 114 | 86-228 | 1.0000 |
5 | 138 | 103-200 | 1.2048 |
4000 toeren, het 'magische getal' is zowel een maat voor de kruissnelheid als
het punt waar de tweede trap van de carburateur begint mee te doen.
Inderdaad, de kruissnelheid in 5 is zo'n 138km/u ("ja agent, ik reed te hard,
maar wel lekker zuinig..." )
Verder blijkt uit deze cijfers dat je in 80km zones in 3e versnelling moet rijden en zeker niet in 5 !
De rotatiemotor maakt Rx-7 rijden tot een aparte belevenis. Het geluid
is heel anders dan dat van gewone motoren, maar ook het karakter is anders.
Een rotatiemotor presteert het best bij hogere toeren. Lage toerentallen
in 4e of 5e versnelling veroorzaken extra veel motorslijtage terwijl het brandstofverbruik
niet of nauwelijks gunstiger is dan wanneer met 3000 tot 4000 toeren in
een lagere versnelling gereden wordt.
De motor, vooral de olie, heeft tijd nodig om op te warmen voordat het volledige toerenbereik
mag worden benut. Wie het steeds de eerste 15km rustig aan doet (dwz beneden
de 3500 toeren blijft) kan daarna zonder zorgen de toeren eens laten oplopen
tot 8000 (of meer, afhankelijk van het motortype en conditie. In mijn volledig standaard Rx-7 gaan in 4e versnelling de wijzers van de snelheidsmeter en de toerenteller 'tegen het spijkertje' aan, zonder problemen).
Rx-7's van de eerste generatie zijn voorzien van een dubbele tweetraps carburateur, waarvan
de tweede trap pas rond de 4000 toeren wordt aangesproken. Door snelheid
en versnelling zo te kiezen dat het toerental net beneden de 4000 zit ben
je verzekerd van een verrassend snelle inhaalacceleratie. Ook de latere
RX-7 modellen hebben voorzieningen (DEI, twin scroll turbo's) die het karakter
van de motor aggressiever maken boven de 4000 toeren, zodat als vuistregel
voor elke RX-7 geldt: tussen 3000 en 4000 toeren blijven voor zuinig rijden,
boven 4000 blijven voor het snellere werk.
De wegligging van een Rx-7 is neutraal, met licht onderstuur op de grens. Dit onderstuur is met het gaspedaal eenvoudig te neutraliseren of zelfs om te zetten in overstuur. De 2e en 3e generatie RX-7's zijn voorzien van een koers-stabiliserende achteras die, afhankelijk van de situatie, enkele graden mee- of tegenstuurt waardoor deze wagens echt als op rails lijken te lopen (mits goed onderhouden, het onderhoud van mijn Rx-7 is al jaren in de vertrouwde handen van Autobedrijf Hoebeke in Rilland).
terug naar Erix7 homepage